De ongemakkelijke waarheid over mondkapjes

,
Wuhan een jaar na coronavirus uitbraak

Alex Berenson, voormalig journalist van de New York Times die voor zichzelf is begonnen om onafhankelijk over het coronabeleid te kunnen schrijven, bespreekt in zijn boekje Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks (deel 3 van een serie, uit november 2020) talrijke studies waaruit blijkt dat mondmaskers niet werken.

Berenson beschrijft om te beginnen hoe het “officiële” verhaal over mondmaskers in de loop van 2020 omdraaide. In de eerste maanden waren alle autoriteiten het erover eens dat mondmaskers zinloos zijn buiten medische settings. De beroemde Dr. Fauci, de hoogste gezondheidsadviseur in de V.S., zei op 8 maart op de televisie: “There’s no reason to be walking around with a mask. When you’re in the middle of an outbreak, wearing a mask might make people feel a little bit better, and it might even block a droplet, but it’s not providing the perfect protection that people think that it is. And, often there are unintended consequences – people keep fiddling with the mask and they keep touching their face.”

Ook de WHO adviseerde tegen het gebruik van mondkapjes, zo werd nog op 30 maart bevestigd door CNN: “WHO stands by recommendation to not wear masks if you are not sick or not caring for someone who is sick.” 

Op 1 april schreef de New England Journal of Medicine, toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift: “We know that wearing a mask outside health care facilities offers little, if any, protection from infection …

In de loop van april echter veranderde het mantra en werd er door steeds meer instanties op getamboereerd dat mensen wel mondmaskers moesten gaan dragen. De CDC, het Amerikaanse RIVM, schreef ineens: “Masks are primarily intended to reduce the emission of virus-laden droplets (source control) … Masks also help reduce inhalation of these droplets by the wearer (filtration for personal protection).”

Berenson betoogt dat deze beleidsverandering, wat ook de reden ervan is geweest, geen enkele wetenschappelijke basis heeft. Zowel “medische maskers” (die blauw-witte dingen) als niet-medische maskers zijn zinloos en leveren zelfs extra risico’s op. (De N95 of FFP2 maskers laten we hier even buiten beschouwing.) Hij voert daarvoor heel veel wetenschappelijk bewijs aan.

Een paar voorbeelden. In een studie uit 2009, Filtration Performance of FDA-Cleared Surgical Masks, werden vijf gecertificeerde medische maskers onderzocht. Conclusie van de auteurs: “surgical masks should not be used for respiratory protection”.

Recentere studies bevestigen dit beeld. Bijvoorbeeld dit artikel gepubliceerd op 16 november 2020 in de Journal of Infectious Diseases met de heldere titel: Meta-analysis on facemask use in community settings to prevent respiratory infection transmission shows no effect.

De auteurs reageren hierin op een eerdere studie waaruit wel een effect zou zijn gebleken: “We read with interest the systematic review and meta-analysis by Chaabna et al. aiming at synthesizing the available evidence on the effectiveness of facemasks to prevent the transmission of respiratory infections in the community setting (Chaabna et al., 2020). The authors reported an apparent benefit of facemasks use, which showed a significant reduction in the risk of influenza, influenza-like illness, severe acute respiratory syndrome coronavirus (SARS-CoV), and SARS-CoV-2 transmission (pooled OR = 0.66, 95% confidence interval: 0.54–0.81). However, there are several methodological flaws in the study that might have led to misleading conclusions. In the meta-analyses on facemasks and influenza outcomes, the authors first meta-analyzed both clinical trials and case-control/retrospective observational studies, with the last studies overestimating the effect. Second, Chaabna et al. included five studies that did not have only face mask use as an intervention but were additionally introducing other interventions such as hand hygiene in the same group (Aiello et al., 2012, Aiello et al., 2010, Cowling et al., 2009, Simmerman et al., 2011, Suess et al., 2012), a condition that limits the attribution of any observed effect to the use of facemask only. Therefore, their conclusion, “there is enough evidence that medical facemasks are effective in community settings to prevent transmission of respiratory viral infections,” is not supported by their analyses (Chaabna et al., 2020).”

De auteurs zijn opnieuw gaan kijken naar de studies waaruit nut van mondkapjes zou zijn gebleken en komen tot een tegenovergestelde conclusive: “From the ten RCTs included in Chaabna et al.’s study, five compared facemasks use alone versus a control group, while three studies compared medical facemasks use alone with the combined intervention of face mask and handwashing (Aiello et al., 2012Aiello et al., 2010Cowling et al., 2009Simmerman et al., 2011Suess et al., 2012). As observed in Figure 1, there were no significant differences between medical facemasks use only and controls in the odds of developing laboratory-confirmed influenza and influenza-like illness. Similarly, no differences in laboratory-confirmed influenza risk were observed when comparing mask use solely versus the combined intervention of face mask and handwashing, indicating that facemask as the sole intervention in the community is not associated with reducing respiratory infection. Given the studies used medical masks, cloth masks’ efficacy is expected to be even lower; a randomized cluster trial showed that respiratory infection is higher among health care personnel using cloth masks than using medical masks (MacIntyre et al., 2015).”

Wat ze dus zeggen is dat van de tien studies, er vijf uitsluitend het effect van medische maskers vergeleken met een situatie zonder maskers (in de andere studies waren er ook andere factoren betrokken, zoals handen wassen), en dat deze vijf studies geen verband lieten zien tussen maskergebruik en infecties.

Berenson bespreekt ook de virusoverdracht zelf. Hij legt uit dat aerosolen worden gemeten in nanometers. 1 nanometer is 1/1000ste van een micron (micrometer), en dat is weer 1/1000ste van een millimeter. Een aerosol heeft ruwweg een omvang van 100 nanometer, oftewel 0,1 micron. Zelfs het N95 (FFP2) masker wordt getest op partikels van 0,3 micron. Zogenaamde druppels zijn overigens ook heel klein: zo’n 5 micron, 200 keer zo klein als een regendruppel.

Hoewel de Nederlandse gezondheidsautoriteiten de rol van aerosols blijven bagatelliseren, blijkt uit vrijwel al het wetenschappelijk onderzoek dat in het verleden heeft plaats gevonden dat aerosolen de belangrijkste vorm van overdracht zijn. Zie bijvoorbeeld deze studie, Size distribution and sites of origin of droplets expelled from the human respiratory tract during expiratory activities, uit 2009 in het Journal of Aerosol Science. En deze studie uit juli 2020 in The Lancet van Dr Kevin Fennelly van het National Heart, Lung and Blood Institute: Particle sizes of infectious aerosols: implications for infection control, die stelt: “There is no evidence that some pathogens are carried only in large droplets.”

Een fascinerend geval dat door Berenson wordt besproken betreft een rechtszaak aangespannen door verpleegsters in Canada in december 2013 tegen de verplichting om mondkapjes te dragen. Deze zaak werd gehoord door een neutrale arbitrator, ene James Hayes, die zich grondig in het onderwerp verdiepte. Hij las duizenden pagina’s aan bewijsvoering en meer dan 100 wetenschappelijke artikelen. In september 2015 kwam hij met een uitspraak van 136 pagina’s waarin hij concludeerde dat “het wetenschappelijk bewijs ter ondersteuning van [mondmaskerverplichting] ter bescherming van de patiënt is onvoldoende.” Let wel: het ging hier om verpleegster in een ziekenhuis.

Dat was nog niet het einde, want de ziekenhuizen procedeerden verder. Op 6 september 2018 volgde een nieuwe uitspraak door een andere arbitrator, ene William Kaplan, die nog verder ging dan zijn collega Hayes: het bewijs voor het nut van mondmaskers noemde hij “insufficient, inadequate and completely unpersuasive”.

Misschien wel het belangrijkste argument tegen de mondkapjesdwang – waar je veel te weinig over hoort – is dat het is gebaseerd op het idee van asymptomatische besmetting, dat wil zeggen, dat mensen die niet ziek zijn en geen symptomen vertonen, toch besmettelijk zouden kunnen zijn. Dit is weer een mythe die in het coronadebat rijkelijk is verspreid, zonder enig bewijs. Het druist ook volledig in tegen alles wat we weten over besmettingen bij soortgelijke virusinfecties als griep, zoals bijvoorbeeld beschreven door internist Hannah Visser en psychiater Marcel Tóth in hun artikel uit januari 2021 in Medisch Contac: Gezonde Mensen Maken Elkaar Niet Ziek.

Berenson haalt Dr Fauci aan die in januari 2020 nog het volgende zei: “The one thing historically people need to realize is that even if there is some asymptomatic transmission, in all the history of respiratory-borne viruses, asymptomatic transmission has never been the driver of outbreaks. The driver of outbreaks is always a symptomatic person. Even if there’s a rare asymptomatic person that might transmit, an epidemic is not driven by asymptomatic carriers.”

Dat was de Dr Fauci toen hij nog een eerlijk wetenschapper was. Wat er daarna is gebeurd, kunnen we alleen maar raden. Maar Fauci gaf wel een hint in een interview op een persconferentie in mei 2020, waarop hij zei: “… it’s not 100 percent effective. I mean, it’s sort of respect for another person, and have that person respect you. …. [I wear masks] because I want to make it be a symbol for people to see that that’s the kind of thing you should be doing.” ‘Virtue signaling’ heet dat in het Engels – laten zien dat je deugt. Dat mag iedereen natuurlijk doen – maar dat het bij wet wordt afgedwongen dat je “solidair” moet zijn is uiteraard vele bruggen te ver.

Op 8 juni zei epidemioloog Maria van Kerkhove van de WHO ook ronduit dat asymptomatische besmetting een mythe is: “We have a number of reports from countries who are doing very detailed contact tracing. They’re follyowng asymptomatic cases, they’re following contacts and they’re not finding secondary transmission forward. It’s very rare.” Ook zij werd teruggefloten en gedwongen haar woorden te herroepen.

Al in maart 2020 meldden Chinese onderzoekers overigens al dat de “viral load” samenhangt met de mate waarin iemand ziek is, en dat werd in augustus bevestigd in een studie in The Lancet. Het hele idee van asymptomatische besmetting, schrijft Berenson, is gebaseerd op computermodellen. But when real-word contact tracers tried to find actual evidence of asymptomatic spread of Sars-COV-2, they are basically unable to do so. In July, the WHO noted that four studies had showed that ‘between 0% and 2.2% of people with asymptomatic infection infected anyone else’.” (https:www.who.int/newsroom/commentaries/detail/transmission-of-sars-cov-2-implications-for-infection-prevention-precautions).

Het duidelijkste bewijs dat asymptomatische besmetting niet bestaat kwam van een studie in Wuhan gepubliceerd op 20 november 2020 in Nature, Post-lockdown SARS-CoV-2 nucleic acid screening in nearly ten million residents of Wuhan, China. De onderzoekers slaagden erin om bijna tien miljoen mensen te testen. Zij vonden 303 mensen die geen symptomen hadden maar wel positief werden getest. De onderzoekers spoorden daarop 1174 mensen aan die met deze mensen in aanraking waren geweest. Nul daarvan bleken geïnfecteerd te zijn.

In feite hoef je niet meer te weten dan dit. Als asymptomatische besmetting niet voorkomt, vervalt de basis onder alle maatregelen, inclusief de mondkapjes. Alleen mensen die ziek zijn, moeten thuis blijven.